Speedskiër Joost Vandendries: een Belgische snelheidsduivel in Crans Montana

Zit je daar te bengelen in een skiliftje in het Zwitserse Crans Montana, hoor je plots een potje sappig West-Vlaams. Blijkbaar deelde ik het eitje met Joost Vandendries, een Veurnaar, maar vooral houder van Belgisch record speedskiën. Op twee latten knalde hij aan 218,845 km/u naar beneden. Dat verdient een interview, toch?

Maar eerst, wat is dat speedskiën eigenlijk? Speedskiën is een tak van de skisport met als doel een zo hoog mogelijke snelheid te behalen. Had je niet verwacht é? Op een piste van een kilometer lang, waarin een hoogteverschil van 450 meter wordt overbrugd, pak je in de eerste 450 meter snelheid, dan wordt die gemeten op een zone van 100 meter, waarna je nog eens 450 meter hebt om af te remmen. De speedpistes liggen meestal hoger, aangezien de luchtweerstand daar lager is.  Het huidige wereldrecord staat met 254,958 km/u op naam van de Italiaan Ivan Origone, Valentina Greggio uit Italië is met 247,083 km/u de snelste vrouw ter wereld. Extra weetje: je moet minstens 16 jaar oud zijn om te mogen deelnemen.

Joost, hoe ben je in hemelsnaam ooit begonnen aan speedskiën?

“Eigenlijk ben ik redelijk laat in het skiën gestapt, als late tiener pas. Maar ik had de smaak snel te pakken. Na een tijdje begon ik met een app te skiën en wou ik steeds sneller en sneller gaan. En plots ging ik heel snel (lacht). Nu, door de evoluties in het skimateriaal en de beter aangelegde pistes gaan heel wat mensen te snel skiën, met veel risico op ongevallen en blessures. Dus ging ik op zoek naar speedski-pistes. Daar leerde ik een Belgische speedskiër kennen en toen ging de bal aan het rollen. Alléja, glijden in mijn geval. Op speciaal voorbereide pistes probeerde ik een zo hoog mogelijke snelheid te halen.”

Je doet het zo makkelijk klinken… Ik schijt al in mijn broek als het boven de 70km/u gaat.

“Er zit wel wat training achter natuurlijk. Afremmen aan 200km/u alleen al, daar kruipt heel wat uren noeste arbeid en ervaring in. Je ogen en je lichaam moeten trouwens hard aanpassen aan die enorme snelheden. In een normaal seizoen doe ik tijdens de zomer aan fitness, pas ik mijn materiaal aan en gebeurt de mentale voorbereiding onder begeleiding van mijn coach en sportpsycholoog. In een non-covid winter probeer ik voor de eerste snelheidstrainingen een 30tal dagen op mijn ski’s te staan, om zo het glijgevoel aan te scherpen. Ik ga free-skiën met 240cm lange ski’s om mijn evenwicht en gevoel terug te vinden, nadien probeer ik zoveel mogelijk snelheidstrainingen te doen.Vooral in Vars , mijn hometrack . We beginnen de training aan 100-120 km per uur en bouwen stelselmatig op.” 

En die arbeid loonde. Je hebt het Belgisch record op je naam staan.

“In 2019 brak ik het Belgische record, eentje die al sinds 1997 op te tabellen stond. Mocht wel eens hé (lacht). Maar geloof me, na tien jaar ups en downs, net niet-records, heel veel passie, overgave en tijd is het gevoel van dat record effectief breken onbeschrijfelijk. Hoog in de wolken. En na twee dagen begin je al weer te denken hoe je dat record nog scherper kunt stellen (grijnst).“

“En er is nog ruimte voor verbetering. We konden bij mijn record maar 85% van de piste gebruiken, de bovenste 150m waren niet bruikbaar door een kleine modder- en sneeuwlawine. Er zit dus nog rek op en ik zou graag toch de 230km/u halen. En jongeren ondersteunen om ook in de sport te stappen, want momenteel ben ik de enige Belg.”

En toen was er de wereldbekerfinale in Andorra…

“Heb je de beelden gezien? Indrukwekkend hé. Twee weken na mijn high van het Belgisch record, ben ik very low gegaan. Een fenomenale crash, die me meer dan tien breuken en een maandenlange revalidatie opleverde. En ik heb nog geluk gehad, kijk maar eens wat er met mijn skilatten gebeurt. Ook mentaal heb ik samengewerkt met een sportpsycholoog om mijn bodymemory te kunnen resetten. Je lichaam vergeet zo’n crash niet snel, noch fysiek, noch mentaal. Binnen onze sport weten we dat de meeste racers na een crash een volledig seizoen nodig hebben om terug op niveau te komen. Ik had vorig seizoen na het overslaan van de eerste 2 wereldbekerwedstrijden een goeie comeback met 2 dertiende en 1 zestiende plaats in de wereldbekerwedstrijden. En toen kwam corona roet in het eten gooien.” 

Training is belangrijk, maar wat met materiaal?

“Onze uitrusting bestaat uit gepersonaliseerde botten, wij halen de klipsen eraf en maken die vast aan de achterkant voor meer aërodynamica. Spoilers aan de achterkant van onze benen zorgen voor stabiliteit en snelheid, een aerodynamish op maat gemaakt latexpak en een gepersonaliseerde aerodynamisch schelp, die boven op onze FIS-gekeurde helm komt, komen er ook nog bij.”

“Net op dat technische kick ik. Het zit hem echt in de details. Kleine aanpassingen aan het materiaal of aan je houding betekenen het verschil tussen een podiumplaats of ernaast. Zelf werk ik samen met professor Bert Blocken van de universiteiten TU Eindhoven en KU Leuven. Wetenschap en sport, dat gaat goed samen. De aerodynamica testen we bijvoorbeeld in windtunnels, zo gaf mijn handen iets meer vooruit zetten 20% winst in mijn aerodynamische waarden.” 

Dat klinkt niet goedkoop…

“Alles samen kom je toch snel aan 5000 euro voor materiaal alleen al en daar zit al de rest nog niet bij; verplaatsingen, inschrijvingsgeld, coaches, … Financieel een heel zware dobber en spijtig genoeg kan ik niet leven van mijn sport. Om sponsors te vinden heb je aandacht van pers nodig maar spijtig genoeg is de sportverslaggeving in België met de jaren geëvolueerd van een wijd spectrum met aanbod voor veel sporten naar iets wat enkel nog twee à drie sporten in beeld brengt. Kleinere sporten komen bijna niet meer aan bod, terwijl skiën nochtans een van de meest beoefende sporten in België (ongeveer 600.000) is. En dus volgen de centen ook een pak moeilijker.“

“Ze hebben vorige maand een beetje onze wereldtoppers in het darts gevolgd en direct is er een boom geweest in de verkoop van dartboards en darts. Ik ben blij voor de voetballers dat ze goed hun boterham verdienen met hun sport maar ik vind het bijvoorbeeld geen goed idee dat de overheid de grootste meest lucratieve sport nog eens steunt met een voordeel op sociale lasten en een verlaagde belasting op inkomens van meerdere honderden miljoenen euro’s. Trek dat toch door.”

Wat is de oplossing?

“Bedrijven! Die kunnen een sporter steunen en hem of haar gebruiken bij marketingcampagnes bijvoorbeeld. Topsporters geven een goed imago aan je firma; het zijn getalenteerde mensen met heel veel passie, gedrevenheid, overtuiging en volharding. Capaciteiten die in elk bedrijf graag gezien worden, toch? In een firma met 100 werknemers kan je een sporter aannemen, je regelt een sponsordeal en in ruil vraag je hem om een aantal dagen beschikbaar te zijn voor marketing en motivatie van je eigen werknemers. Dit kost je minder dan 1% van je loonmassa en je maakt een atleet heel gelukkig.”

Joost, onze skilift is bijna boven. Wat is de grote droom nog?

“Mijn grote droom op sportief gebied is een perfecte skidag: mooi weer, net positieve temperaturen die de sneeuw doen transformeren (dit is de snelste sneeuw ), een volledig windstille dag en een topstart. Liefst vanaf Chabrières, het mekka voor de speedskiërs in Vars in les Hautes Alpes en de snelste piste ter wereld. Slechts een handvol skiërs in de wereld hebben er ooit een topstart kunnen doen. 900 meter pure versnelling! Hier kan je van 0 tot 200 km/u in minder dan 7 seconden gaan, sneller dan een Bugatti Veyron!” 

Okay, dan zie ik je beneden! Je hoeft niet op me te wa…*

*Joost zoeft weg

Over Crans Montana

Je sais, kans is klein dat we dit jaar nog kunnen skiën of snowboarden. En dan is het behelpen met interviews en wegdromen. Of de trap afglijden met je board natuurlijk (Tjoolaard is niet aansprakelijk voor gevaarlijk, maar vree wijs gedrag). Het laatste ski-tripje dat ik er kon uitpersen (voor de restricties), was er eentje in Crans Montana, Zwitserland. 

Zoals je weet, ben ik vooral een Oostenrijk-fan, maar dit gebied kon me toch ook bekoren. Vooral omdat de views er niet te evenaren zijn. De Mont Blanc blinkt in de zon, de Matterhorn waakt over de Alpen en wie hoog genoeg gaat, belandt op een indrukwekkende gletsjer. De dorpjes beneden zijn gezellig, de raclette uiteraard hemels en wie even geen goesting heeft in skiën, gaat gewoon hiken met sneeuwraketten, fietsen met gigantische banden of een potje curling spelen. 

tjoolaard.be