Roadtrip door Baskenland

Waar: Baskenland

Wanneer: Juni 2011

Met: Mouctar en Matthias, twee bijzonder goeie vrienden

Vervoer: Alles met een Ford Focus stationwagen, ideaal voor surfgerief.

Route:

Het verhaal:

Mouctar was, sinds hij in België komen wonen is, nog nooit op reis geweest. Dringend tijd om daar iets aan te gaan doen dus. Matthias en ik bonden hem vast in de wagen en sleurden hem mee voor een roadtrip langs de kusten van de Atlantische oceaan. Doel: surfen, chillen en op baan zijn. Ah ja en Mouctar zijn economieboeken ergens proberen achterlaten want die had hij blijkbaar toch in zijn bagage weten te moffelen.

Een roadtrip leek ons het best als opwarmertje voor Mouctar, vooral omdat zowel Matthias als mezelve de tocht al een paar keer gedaan hebben (populaire surfspots namelijk) en we nogal short notice vertrokken zijn. Niet te veel voorbereiden dus.

‘s Nachts vertrokken, boards in de wagen, negen uur rijden langs Franse tolwegen, wat voetballen op parkings van wegrestaurants en uiteindelijk de volgende dag Seignosse als eerste stop nemen. Camping Les Chevreuiles, aangename camping, bomen, zwembad, goeie voorziening en niet ver van zee. En best van al, nog geen kat te bespeuren want het hoogseizoen is veraf. Daar wat strandzitten, rondhossen, eten in de Rockfood, skaten, surfen, de naburige dorpjes bezoeken, wat hangen bij de zebra-van van Ellen en niets doen. Op Mouctar na, die maar blijft lezen in zijn economieboeken.

De vrijheid die een auto je geeft is fantastisch. Zeker in een streek als Les Landes. Regent het ergens, of zijn de golven niet goed, dan verkas je gewoon naar een andere plek. Grote kans dat het daar wel zonnig is. En zo geschiedde. Naar San Sebastian bijvoorbeeld. Mijn favoriete stad. Altijd bruisend, gekke mensen, lekker eten, cultuur, geschiedenis, je vindt het er allemaal. Het eiland met gigantisch Jezusbeeld was trouwens open, dus kropen we helemaal naar de top van de berg. Wondermooi uitzicht op de baai en ook het museum mag er best zijn. Daarna wat rondkuieren in de stad en op een terras mijn ultieme droomvrouw gezien. Bruine bambi-ogen, lang bruin krulhaar en een zalig stijltje. En dan verdween ze even plots als ze gekomen was. ‘s Avonds feestje doen en wat gekke Amerikaanse vrouwen leren kennen. En een Zweedse ook als ik me goed herinner.

Daarna richting Henday. Waar het behoorlijk dood was. En er geen campings open waren. Waar we dus op een verlaten camping gewoon onze tent neerploften. En er een horrorverhaal met verdwenen sleutels meemaakten. En incestfamilies tegenkwamen. Maar dat is voor later. Geen topper dit, dus gebruikten we het eerder als uitvalsbasis om ‘s nachts naar San Sebastian te rijden. Die stad bleef ons maar aantrekken. Iedere keer maakten we onszelf wijs dat we niet meer gingen gaan, maar elke nacht opnieuw belandden we daar. Al dan niet met stop langs de pizza-automaat.

Om de trip te eindigen keerden we, na een stop bij de boardnbreakfast van Anton in Labenne, terug naar onze bekende camping in Seignosse. Want in Hossegor was het wereldkampioenschap surfen voor vrouwen bezig. Altijd een leuke sfeer op zo’n happenings en het niveau is fenomenaal gestegen. Der liep nog wat Belgisch volk rond en ook Mouctar liet zich helemaal gaan. Matt kreeg zelfs een shout-out te pakken van Stephanie Gilmore.

De terugrit liep bijzonder vlot en waarschijnlijk had Mouc zijn nest geroken want het gaspedaal werd stevig ingedrukt. Gelukkig werden flitsboetes toen nog niet doorgestuurd over de grens. Tien dagen waarin we eigenlijk bijzonder weinig gedaan hebben, maar ons ook geen seconde verveelden. Het was allemaal wat à l’improviste maar ook dat kan eens geestig zijn. Ook als je verslaafd bent aan economie-boeken.

Foto’s

tjoolaard.be