noord-korea

Hoe voelt reizen in Noord-Korea. Deel 2

안녕하세요! Ook wel hallo in het Koreaans. Spreek het anders maar gewoon uit als “annyeonghaseyo.” Je snapt het al, Koreaans is geen makkie. Maakte het dus bijzonder moeilijk om te communiceren met de locals van Noord-Korea. Vreemde talen zijn alleen voor de gidsen weggelegd. Maar toch is het tijd voor wat woorden over de Noord-Koreanen, het eten en mijn reisgenoten. In deel 1 kon je al wat lezen over het reisgevoel en het decor. Wat later schrijf ik over hoe je Noord-Korea binnen geraakt, hoe een dag in Noord-Korea eruit ziet en wat meer over de clichés rond het opmerkelijke land.

De mensen

Heel moeilijk om hier iets over te zeggen, gezien de enige Noord-Koreanen die ik echt iets kon vragen ofwel onze gidsen waren of in het leger zaten. Als ik op hen moet afgaan, dan zijn Noord-Koreanen bijzonder goedlachse personen, met een plastische vorm voor humor. Gekke bekken trekken, vreemde geluidjes,…  Ah ja, ze kunnen niet tegen den drank!

Onze gids Honey (die van Tom Waes ook) strooide constant met oneliners gepikt uit films en rapsongs, terwijl gids Kim dan weer heel de tijd flauwe moppen vertelde en er vooral zelf strijk mee lag. De derde gids wiens naam ik even vergeten ben, was dan weer een zuurpruim die vooral heel strikt met de regels omsprong. Zingen kon ze wel.

Mensen in de steden zien er niet bijzonder ongelukkig of anders uit. Ze dragen kleren uit de jaren zeventig of uniformen en lijken niet ondervoed of zo. Wel heel veel mensen die te voet zijn en dat op echt elk moment van de dag. Vreemd zicht. Hier en daar een fietser en bijzonder weinig auto’s. Veel kinderen ook, maar bitter weinig tieners. Toen we de gidsen vroegen waar al de pubers en adolescenten zaten, konden ze niet echt een antwoord geven.

“Waar zijn al de jongeren?”

“Op school.”

“Maar het is zondag?”

Waarop ze veranderden van onderwerp.

Op het platteland veel meer uniformen, blote basten en spelende kinderen. Mensen kijken op als de bus toeristen passeert, maar reageren niet echt. Hier en daar een kind dat zwaait, maar vaak blijft het gewoon bij staren.

Interactie is door de taal sowieso bijzonder moeilijk, maar ze lijken het ook niet altijd te willen. Sommige kinderen mochten niet naar ons toekomen, anderen dan weer wel. Er is altijd een zekere gereserveerdheid en sommige mensen hebben ook gewoon echt schrik van je.

Het eten

Ik kan je al meteen zeggen, voor het culinaire hoef je niet naar Noord-Korea te trekken. Restaurants zitten goed verborgen en zijn zo goed als altijd leeg. Enkel buitenlanders gaan er eten. Street food is er niet te vinden, laat staan dat je het zou mogen eten.

Wat ik er allemaal at:

  • Hotpot, een soort bouillon-fondue met vlees en allerlei groenten.
  • Gebraden eend, maar ’t was een vree mager beestje.
  • Hondensoep
  • Emperor’s meal. Wel een leuke dit. Een tiental kleine gouden potjes gevuld met iets van vlees, rijst of groente. Hoe meer gouden potjes je kreeg, hoe hoger in ranking. Uiteraard kregen wij allemaal het maximum.
  • Bijzonder lekkere frieten.
  • Rotslechte koffie.
  • Ontbijtbuffetten met rode, zoete bonen, vreemd brood, pikante groenten, slechte porridge enz.
  • Een peperdure mars

De rest kan ik me niet zo goed meer herinneren, maar een grote indruk heeft het zeker niet nagelaten. Kleine porties, weinig smaak, vreemde combinaties. Alcohol kost veel geld –zeker de import- maar het bier en de wijnen waren best ok.

De reisgenoten

Vree diverse groep die mee was op onze toer. Uit alle hoeken van de wereld. Een Canadees, twee Duitsers, twee Nieuw-Zeelanders, een Noorse, een Oostenrijker, vijf Amerikanen, een Australiër, een Singapori en een Indiër. Allemaal met hetzelfde doel, hoewel de een al meer uit is op sensatie en ego-tripping dan de ander.

Gezien je vijf dagen, inclusief alcoholovergoten treinrit van 24 uur op elkaars kop zit te kijken, ga je snel kliekjes vormen. En zo leerde ik zalige mensen kennen, die ik nu nog steeds hoor. Maar daar later meer over. Ze verdienen een aparte blogpost.

noord-korea young pioneer

Eigenlijk moet je vooral onthouden dat mensen die naar Noord-Korea reizen vaak wel wat speciaal zijn. Een hoek af. De 85-jarige die na dit land alle landen ter wereld gezien had en ’s nachts mee ging frisbeeën op de parking van het hotel. Of de Amerikaan die zo hard stonk dat ik er niet naast kon zitten tijdens het eten. Een Noorse psychologe waarmee ik al onze reisgenoten analyseerde.

Een Indiër die met zijn mond open at en alleen maar kon lachen met een vree seksuele mop. Of de paranoïde Nieuw-Zeelandse die overal complotten in zag en de Canadees die voor zijn eerste grote reis meteen Noord-Korea op het plan zette. En constant vreemde en bijzonder persoonlijke vragen stelde. Zo veel anekdotes…

Misschien moet ik er later maar eens uitgebreid over leuteren. Zijn er eigenlijk lezers met specifieke vragen? Anders wil ik die ook wel eens bespreken eigenlijk.

 

tjoolaard.be