Een spoedcursus Napels

“Numero quattordici?!” De restaurantbaas tuurt in het volk tot een handje en een “si” de lucht in gaan. Een schichtige blik op ons ticketje toont 81. Bijna aan ons! Reisbuddy Axel polst nog eens voor de zekerheid bij een Napolitaan in de wachtrij hoe je 81 juist uitspreekt. Na een half uur wachten wil je absoluut je nummer niet missen. Tot de Italiaan begint te lachen. Blijkbaar is het nu aan nummer 14 van het rode boekje. En wij hebben een groen ticket. En er zijn 100 blaadjes per boekje. Twijfel in onze ogen, willen we nog een kleine twee uur extra wachten? Maar … maar … dit is de beste pizza ter wereld. Zelfs Julia Roberts kwam hier eten. Wie? Die van Pretty Woman. Wie? Ok, Maradonna kwam hier eten! Anders halen we al een rijstkroket wat verderop. Pijnlijke benen, toch wat frisjes, hongeeeeuuuur.

Maar twee uur en nog wat later zitten we daar, met een dampende margherita van Da Michele voor ons neus. Een extra large met dubbele portie mozzarella. Vijf euro en er komt precies een unicorn in je mond sch… allé en je hebt werkelijk de beste pizza ooit vast. Napels, een stad boemvol van die kleine parels. Over het voetbal schreef ik al, maar de Football Break die Neckermann me aanbood had ook twee extra dagen Napels in aanbieding. Een spoedcursus dus.

Napels de stad

Napels is eigenlijk een soort Franse bulldog. Op het eerste zicht ziet het er niet uit, maar als je wat langer en aandachtiger kijkt, ontdek je de schoonheid en vooral het karakter van de Italiaanse stad. Oude, kleurrijke herenhuizen die vechten tegen het verval en daardoor net nog interessanter worden. Maar ook kunst in de metro’s en bruisende pleinen. Piazza Bellini bijvoorbeeld, de plek bij uitstek om een goedkoop glas bier, schel pizza  en streep muziek op te doen tussen de locals. Gezellige boel daar. En dat is eigenlijk net de kracht van Napels. De sfeer en de inwoners.

Loop maar eens in de buurt van Garibaldi. Donkere steegjes, schreeuwende omaatjes die emmers met boodschappen omhoog trekken, afbladerende verf en hier en daar een zingende zatlap. Hier moet je niet zijn voor de propere straten en fancy boetiekwinkels en het is ‘s nachts ook niet meteen de veiligste buurt. Maar de wijk leeft. Kleine pizzeria’s, eenzame schoenen op straat en een enorme zwarte economie met rasechte Adadas, Dolce&Gabono en Mike Air Maxen.

Mag het wat chiquer of properder? Dan is de Via Francesco Caracciolo – de naam alleen al- the place to be. Langs de Middellandse Zee loopt een lange promenade, vol spelende kinderen, elektrische scooters en lebberende pubers. Hier scoor je het beste ijs, een goedkoop iPhone-hoesje of een lekker visgerecht in de buurt van het kasteel Castel dell’Ovo. Je wordt er trouwens constant in de gaten gehouden door de beruchte vulkaan Vesuvius.

Het Napels dieet

Hing het van mij af, dan overleefde ik op het Napels dieet; pizza, koffie en ijscrème. De stad staat erom bekend uit te blinken in alle drie, dus eet je best niets meer twee weken voor vertrek. En na terugkomst. Maar er is zo veel keuze dat je wel eens zou kunnen verdwalen in tomatensaus, cafeïne en plastieken lepels. Daarom stel ik deze boefroute voor:

Begin bij Da Michele, één van Napels oudste pizzeria’s. Ja het is lang aanschuiven, maar neem gewoon een ticketje en ga iets drinken in de buurt. En ook al heb je maar twee keuzes – margherita en marinara – de pizzazwaaiers doen er wonderen. Pizzalig! Is de pizza binnen? Degustieftijd. En dan is koffie het drankje bij uitstek. Onderweg kan je nog rap een slice meegrabbelen van Presidente, voor je Caffe Mexico binnen stapt voor een overheerlijke espresso. Maar pas op, de Napolitanen zijn zoetemondjes en poeren hopen suiker in hun zwart goud.

Tijd voor avontuur (en een indigestie). Zoek jezelf een tafeltje in La Masardona en bestel een pizza friti, een soort mengeling van een oliebol en een calzone. Klinkt niet, smaakt wel. En om helemaal rond te lopen als een kalkoen de dag voor kerst (opgevuld é) ga je best nog eens langs bij Adelheidi’s. Organic ijs van topkwaliteit en zo veel smaken dat we terwijl je dit aan het lezen bent, nog steeds voor de toog aan het twijfelen zijn over welke we op ons hoorntje willen. We zijn een maand geleden vertrokken…

En de dag erop doe je gewoon dezelfde toer maar begin je bij Di Matteo voor een ruimere keuze aan pizza, Caffé Gambrinus voor de gezellige koffie en een potje lekken aan Cesibons ijs.

Het versteende Pompeii

Je kan onmogelijk naar Napels afreizen zonder het merkwaardige Pompeii eens door te lopen. Maar ga misschien eerst langs in het archeologisch museum van Napels voor het achtergrondverhaal. Hier liggen ook de mooist bewaarde stukken. Pompeii zelf ligt op een half uur met de trein van Napels en is echt een indrukwekkende plek. Goed bewaarde gebouwen -waaronder een bordeel exclusief de bedden waar je misschien nog wat zweet op vindt-, mooie muurschilderingen en uiteraard de versteende mensen die niet op tijd weg geraakten. Let wel, het is een doolhof en de paden zijn in extreem slechte toestand.

Heb je tijd over, bezoek dan ook eens Herculaneum. Een nog beter bewaarde stad en in het hoogseizoen ook wat minder druk.

Foto’s

tjoolaard.be